U bent hier

Interview
Close harmony

Close harmony zingen, we kunnen er ons meteen wat bij voorstellen. Maar waar gaat het eigenlijk echt over? Blenden, klinkerkleuren, a capella, ritme, … het zijn enkele kernbegrippen die close harmony typeren. Leander Moens verduidelijkt. Tijdens het Koor&Stem Festival Popkoren in oktober 2023 gaf hij 3 workshops rond close harmony. De ideale gelegenheid voor een gesprek!

Beluister Playlist

Leander Moens (tweede van rechts op foto) studeerde jazz-zang in het Conservatorium van Brussel en vanuit die ervaring heeft hij interesse in close harmony in zijn verschillende subgenres. Hij brengt die in praktijk in verschillende initiatieven waarbij hij betrokken is. Met O’Boy werkt hij rond Barbershop en in het net opgerichte KOOR graaft hij in het repertoire voor vocal jazz groups.

Close harmony is een manier van zingen die voortkomt uit een in oorsprong Afro-Amerikaanse muzikale traditie. Vaak wordt het geassocieerd met lichte muziek, maar dat hoeft niet. Close harmony is een veel ruimer begrip. Wat een muziekstuk tot het close-harmonyrepertoire doet behoren is niet zozeer de manier van zingen maar de manier van arrangeren. Ook genres als Barbershop of Mystère des Voix Bulgares tot zelfs de Swingle Singers kunnen vormen zijn van close harmony. Typisch is dat verschillende stemmen dicht op elkaar zingen, de akkoorden wringen en in een kenmerkende klankkleur resulteren. Iedere stem is daarbij even belangrijk. Toch vraagt het om een paar typische zangtechnieken. 

Wringende intervallen

Wat heeft een zanger nodig om een goede close-harmonyperformer te worden?  

Leander: ‘Als zanger(es) stevig in de schoenen staan en redelijk zelfstandig kunnen zingen is een groot pluspunt. De toonsafstanden in close harmony kunnen lastig zijn en zuivere samenklank is essentieel. Ervaring in samen zingen (bv. koorervaring) is daarbij belangrijker dan over een al of niet geschoolde stem beschikken. Maar stevig in de schoenen staan wil niet zeggen dat je jezelf niet moet kunnen wegcijferen in functie van de groep. Goed kunnen luisteren en je inpassen in het geheel zijn primordiaal bij close harmony! Grote vocale ego’s moeten weten waaraan ze beginnen (lacht). Ook over voldoende stembeheersing beschikken en je stemtimbre gemakkelijk kunnen aanpassen zijn positieve eigenschappen. Want vreemd wringende intervallen zijn schering en inslag.’ 

Is kennis van notenleer en harmonie belangrijk? 

Leander: ‘Dat ga ik zeker niet ontkennen, hoewel mijn ingesteldheid meer is: al doende leert men. Veel samenzingen met dezelfde mensen helpt daarbij. Je leert elkaar(s stem) kennen. Je voelt elkaars sterktes en zwaktes aan. Als je naar een meer gevorderde manier van zingen evolueert, leer je gaandeweg de functies van de noten in het akkoord kennen. Dat helpt.  

leanderworkshop.jpg

Leander Moens, Festival Popkoren 2022 © Wim Gelders

Wat is de ideale samenstelling van een close-harmonygroep volgens jou? 

Leander: ‘Er is niet echt een ideale samenstelling, maar ik vind het wel fijn om met kleinere groepen te zingen van maximum acht personen. Op die manier kan je beter op frisheid werken en flexibeler met de stemmen omgaan. Wat niet wil zeggen dat grotere groepen per definitie vocaal minder beweeglijk zijn. De klemtonen liggen anders bij een kleinere groep.  Wat de verdeling van de stemmengroepen betreft is alles mogelijk: enkel vrouwenstemmen, gemengd of enkel mannenstemmen. Aan de hand van de repertoirekeuze kan je specifiek gaan werken.’ 


Repertoire KIEZEN

Hoe kies je als groep dan het juiste repertoire? 

Leander: ‘Er is wel wat standaardrepertoire te koop. The King’s Singers, bijvoorbeeld, hebben nogal wat uitgaven. Hoe groter de groep, hoe beter je met dat standaardrepertoire aan de slag kan. Hoe kleiner de groep, hoe meer je op de diversiteit van de stemmen zelf moet concentreren en hoe logischer het is dat je arrangementen op maat laat maken. Het ene sluit uiteraard het andere niet uit. Indien mogelijk raad ik wel aan om arrangementen te laten maken door mensen die de groep kennen. Dan kan er tailor made gewerkt worden. Samenstelling, specifieke stijl, stemmenpotentieel, … Het zijn dingen waar een arrangeur rekening mee kan houden. 

Als beginnende groep werk je beter met bestaand repertoire. Zo kan de focus volledig gaan naar de sound en hoef je je nog geen zorgen te maken over randaspecten. Daarna kan je bij de keuze van het repertoire en het bestellen van arrangementen meer en meer gaan toespitsen op de identiteit van de groep.’

Zou je het aanraden om workshops of coachings met professionele vocalisten te volgen om het close-harmonyzingen beter te ontwikkelen? 

Leander: ‘Ik geef zelf graag workshops en coachings. Het is leuk om je eigen ervaringen te delen met beginnende en zelfs gevorderde zangers. Mijn opleiding als jazzvocalist helpt me de materie nog iets breder te benaderen. Het is altijd nuttig af en toe met een externe coach aan de slag te gaan, welke stijl je koor of vocaal ensemble ook zingt. Een ‘extern oor’ kan helpen bepaalde zaken sneller op te merken. Werken op klankkleur, de groove, beweging, stemplaatsing, harmonie, … met nieuwe ideeën los van de eigen werking. Tenslotte werkt elke dirigent volgens zijn eigen inzichten en ervaringen.  Daar af en toe van loskomen is voor alle partijen verrijkend.’ 

Indien mogelijk raad ik aan om arrangementen te laten maken door mensen die je groep kennen. Dan kan er tailor made gewerkt worden.


Feel the Groove

Is beweging noodzakelijk om het ritmische aspect van de muziek te accentueren? De typische barbershopbewegingen spreken toch tot de verbeelding? 

Leander: ‘Het is veel belangrijker om de groove eerst innerlijk te voelen alvorens er ook in een of andere choreografie mee aan de slag te gaan. Pas als je die inwendige ritmische drive voelt, kan je natuurlijker bewegen. Een beweging kunstmatig opleggen komt altijd geforceerd over. Het ritmische aspect van de muziek wordt meer bepaald door de manier van zingen, het uitgekiende gebruik van medeklinkers, dynamiek, syncopes, anticipaties en dergelijke. Als je die technieken goed beheerst komt de lichamelijke beweging als vanzelf. Ook daar toont zich de kwaliteit van de arrangeur of de componist. Bij goede close-harmony- of barbershoparrangementen zit die groove intrinsiek in de partituur.’ 

Krijgt close harmony voldoende aandacht in muziekscholen? Zijn er festivals waar je je als liefhebber van het genre in kan verliezen? Wat kan er eventueel beter? 

Leander: ‘In de meeste academies zijn er wel koren te vinden en doet men aan samenzang. Maar soms willen de zangleerlingen misschien wel nog dat tikkeltje meer uitdaging. Kleine instrumentale ensembles bestaan al lang en vinden vaak de weg naar een podium.  Het is fijn om dit ook toe te passen voor zang.

In de twee academies waar ik lesgeef, Ma’GO! Antwerpen en SAMWD Dendermonde, is er een cursus close harmony te volgen. O!Boy zou zich graag toeleggen op het verspreiden van de barbershopcultuur en zich in de toekomst eventueel inzetten voor het oprichten van een Belgische Associatie voor Barbershopmuziek. Uiteraard op kleinere en meer bescheiden schaal dan de internationale voorbeelden. Er zijn wel wat a-capellafestivals waarop ook close-harmonygroepen worden uitgenodigd. Ik denk aan het Stemvorkfestival in Torhout en CLOSE Festival in Leuven. Maar het blijft uiteraard een beetje een nichemarkt. Alleszins zijn wij met O!Boy en KOOR – twee ensembles waarin ik actief ben – bereid onze medewerking hieraan te verlenen.' 


Beluister playlist

Heb je enkele luistertips of namen van groepen die volgens jou goede ambassadeurs zijn voor de close-harmonymuziek? 

Leander: ‘Zeker. Luister en kijk maar eens naar The Four Freshmen, Singers Unlimited, The Hi-Los, New York Voices, Manhattan Transfer, The Andrews Sisters, The Boswell Sisters, Lambert, Hendricks & Ross, Accent Vocal Group, Les Doubles Six, Highline, The Real Group en Le mystère des Voix Bulgares. Dan heb je een mooie staalkaart van wat close-harmonyzingen kan inhouden. Veel luisterplezier met deze playlist!' 

Interessante links

Website O!Boy
YouTube Leander

Terug naar boven